De online wereld heeft helaas ook negatieve kanten. Zo blijkt uit onderzoek van de Reputatiefabriek dat 2 op de 3 volwassenen afgelopen jaar een online traumatische ervaring heeft gehad. Hoewel dit een breed begrip is, is het opvallend dat maar 19% van de slachtoffers actie heeft ondernomen door melding te maken van het voorval. Dit onderzoek is gehouden onder 1020 respondenten.
De negatieve ervaringen bestaan voornamelijk uit interactie met andere mensen of content (47%), privacy- (39%) of veiligheidszaken (30%). De respondenten geven aan dat social media de belangrijkste bron is waar (potentieel) online geweld wordt verricht (65%). 38% heeft nare ervaringen meegemaakt via andere geïnstalleerde applicaties en 34% via chatrooms.
Online pesten
Hoewel kinderen vaak worden gewaarschuwd voor online pesten, komt cybergeweld ook zorgwekkend vaak voor bij volwassen: 1 op de 4 volwassenen wordt online gepest. Vrouwen zijn hiervan vaker slachtoffer dan mannen. De meest voorkomende vormen van cyberpesten zijn openlijk uitschelden, bedreiging, stalking en seksuele intimidatie. De pesterijen zijn voornamelijk gebaseerd op basis van de seksuele geaardheid, religie of een fysieke handicap van iemand.
Zo’n 40% zegt gepest te worden door een vreemdeling, 26% geeft aan de echte identiteit van de pester niet te kunnen achterhalen. Dat geeft aan dat er ook veel gepest wordt via anonieme accounts. De slachtoffers zeggen dat het cyberpesten ook effect heeft op hun offline leven. 66% geeft aan zich als gedupeerde machteloos te voelen, 63% heeft last van slaaptekort en 61% heeft een lager zelfvertrouwen ontwikkeld.
Cybercrime
Naast online pesten zijn zo’n 1 op de 9 mensen slachtoffer van digitale misdrijven zoals hacken, stalken en online fraude. Hierbij zijn mannen net zo vaak het slachtoffer als vrouwen. De meest voorkomende vormen van persoonlijke cybercriminaliteit zijn phishing (52%), phishing via social media (41%), uitnodigingen via social media (25%), malware (20%) en virussen via foute links (14%). De respondenten geven aan op regelmatige basis te vrezen voor een cybercrime; slechts een kwart zegt een inbraak in huis erger te vinden dan inbraak in privacygegevens.